Hulp aan asielzoekers, wat kost dat nou?

Al jaren hoor en krijg ik veel opmerkingen van inwoners dat “die asielzoekers handen vol geld kosten en alles voor niks krijgen in Nederland”. Als ik dan uitleg hoe het nu echt in elkaar steekt en hoe het een en ander geregeld is in Nederland, is men toch wel enigszins verbaasd. Omdat ik de behoefte voelde om de feiten rondom de opvang en huisvesting van statushouders en asielzoekers te delen, heb ik het hele verhaal op papier gezet. 

Eerst een aantal getallen over hoeveel mensen nu daadwerkelijk naar Nederland komen.

In 2020 kwamen 15.255 asielzoekers en nareizigers (gezins- of familieleden van mensen die al in Nederland zijn) naar ons land. De meesten kwamen uit Syrië of Afghanistan. 14.045 mensen vroegen een verblijfsvergunning voor lange tijd aan. Van deze aanvragen werd 30% afgewezen en moest 40% hun aanvraag indienen in een ander land. 30% van de mensen kreeg een verblijfsvergunning, dat zijn dus 4214 mensen die in Nederland mochten blijven.

Deze mensen worden na hun aankomst in Nederland opgevangen in een Asielzoekerscentrum (AZC).

Meestal hebben ze niks mee kunnen nemen; geen kleding, geen meubels, geen tandenborstel. Deze opvang kost ongeveer  € 27.900,=  per jaar per persoon. Dit bedrag wordt gebruikt voor huisvesting, gezondheidszorg, personeelskosten en levensonderhoud – zoals eten. Het bedrag wordt betaald uit de begroting van het Ministerie van Justitie. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken betaalt ook een gedeelte. 

Het geld voor levensonderhoud is afhankelijk van de leeftijd van de asielzoeker en de gezinssamenstelling.

Een alleenstaande krijgt € 46,97 per week en een gezin met 2 kinderen € 117,04. Dit krijgt men alleen als men zelf kan koken, maar daar is niet altijd plaats voor. Anders zijn de bedragen € 30,95 en € 75,46 per week. Verder krijgen de volwassenen € 12,95 per week zakgeld. Hiervan moeten ze kleding, toiletartikelen en persoonlijke uitgaven betalen. Daarnaast krijgt men eenmalige vergoedingen voor de aanschaf van kookspullen, reiskosten naar bureaus voor de asielprocedure, zorg en onderwijs, waaronder het schoolgeld voor leerplichtige kinderen. Dit bedrag is niet hoger dan de daadwerkelijke kosten. De mensen die kunnen werken, kunnen in het AZC vrijwillige werkzaamheden verrichten, bijvoorbeeld aan het onderhoud van de gebouwen. Daarvoor krijgen ze € 14,= per week als vergoeding.

Huisvesting in een gemeente, een opdracht (taakstelling) vanuit de overheid.

Zoals we inmiddels allemaal weten kan het een hele tijd duren voordat men ergens in Nederland woonruimte krijgt toegewezen. Op basis van de grootte van de gemeente wordt door de overheid bepaald hoeveel statushouders een gemeente op moet nemen. Voor onze gemeente zijn dit ongeveer 15 personen per jaar. Dat kan natuurlijk per jaar verschillen omdat de getallen voor toegekende aanvragers verschilt maar ook bij oorlog het aantal vluchtelingen toeneemt. Dit betekent overigens niet dat er 15 woonruimtes moeten worden gezocht. Vaak is er sprake van een gezin met meerdere personen. Deze tellen allemaal mee bij de taakstelling. 

Als er een woning beschikbaar komt, moet men binnen twee weken van het AZC naar de nieuwe woning verhuizen.

Dit is heel kort wanneer je je bedenkt dat deze mensen in een nieuw land zijn, de taal nog niet goed spreken, er nieuwe wetten en regels gelden, geen eigen spullen meer hebben en misschien wel lichamelijk of psychisch ziek zijn. De mensen worden dan ook bijgestaan door via de gemeente ingezette begeleiders en vrijwilligers. De kosten die voor deze begeleiding worden gemaakt worden door de landelijke overheid betaald. De gemeente Bergen hoeft, net als bij de kosten voor het AZC, zelf niets bij te dragen.

Een lening afsluiten.

Omdat de nieuwe inwoners geen spullen en vaak ook geen geld hebben, moeten ze vanaf nul beginnen. Om hun nieuwe woning in te richten, moet een lening worden afgesloten. Zij krijgen een krediet bij de Gemeentelijke Kredietbank, dat wordt bepaald op basis van de NIBUD-gids. De lening moet binnen 3 jaar worden terugbetaald, dit gaat dus niet om tienduizenden euro’s. Wanneer de nieuwe inwoners geen werk hebben, krijgen ze een bijstandsuitkering. Van deze uitkering gaat 5% op aan het terugbetalen van hun lening. Ze ontvangen daardoor hetzelfde bedrag als iemand die in de bijstand en in de schuldsanering zit. Dit zijn geen grote bedragen. Anders is er geen ruimte meer om van te leven. Als men binnen de aflossingsperiode van 3 jaar verhuist naar een andere gemeente, moet men de schuld blijven afbetalen aan de vorige gemeente. Iemand die naar Gennep vertrekt, blijft dus de schuld in Bergen aflossen. Versneld aflossen mag wanneer iemand een baan krijgt. 

Hopelijk heb ik met deze opsomming van feiten iets duidelijker kunnen maken hoe een en ander in onze gemeente werkt. En dat toch echt alleen de zon voor niets opgaat. Al valt ook dat tegenwoordig een beetje tegen met de klimaatproblemen.

Maar dat is weer een heel ander onderwerp!

Colin Lauf

PK Raadslid commissie Samenleving