Eindadvies van de informateurs Huys en Koopmans

Aan: de Fractievoorzitters van het CDA en de PK.

Geachte fractievoorzitters,

Bij deze voldoen wij aan uw verzoek om te komen tot een advies inzake het tot stand komen van een college in de gemeente Bergen. Wij zien dit advies als een eindadvies.

Allereerst geven we een chronologisch overzicht van de gezette stappen. Daarna volgt een analyse van de gesprekken waarna het eindadvies volgt.

Bij alle gesprekken, die in een open sfeer verliepen, is er voor gekozen om door de oud griffier of zijn plaatsvervanger een verslag te laten maken. Alle verslagen zijn geaccordeerd door de deelnemers en bijgevoegd.

Chronologisch overzicht van de informatie

1. Op voorstel van CDA-Lijsttrekker Knoops zijn, na goed overleg met alle partijen, de heren Servaas Huys (PvdA) en Ger Koopmans (CDA) op 24 maart 2014 benoemd tot informateurs met als opdracht “de mogelijkheden voor een stabiele meerderheidscoalitie in de gemeente Bergen te gaan onderzoeken”.

2. Vervolgens hebben de informateurs de volgende gesprekken gevoerd:

a. 25 maart 2014 met het CDA (bijlage 1)

b. 25 maart 2014 met de VVD (bijlage 2)

c. 25 maart 2014 met de PK (bijlage 3)

d. 28 maart 2014 met KERN (bijlage 4)

3. Dat heeft geleid tot en advies van de informateurs, uitgebracht op 31 maart 2014, dat (verkort weergegeven ) als volgt luidde

CDA en PK moeten samen een concept coalitieprogramma gaan maken, zij vormen samen een meerderheid die echter smal is;

Indien het concept gereed dienen er serieuze gesprekken gevoerd te worden om te proberen om de ondersteuning voor het concept te verbreden met een van de andere partijen door de totstandkoming van een definitief door drie partijen ondersteund coalitieprogramma;

De veranderingsgezindheid van het gepresenteerde concept coalitieprogramma, het geformuleerde breekpunt van de VVD (geen verhoging van de OZB behoudens inflatie) en de stabiliteit van een samenwerking met KERN zijn naast de mogelijke personele samenstelling van het college daarbij kernpunten van de verbredingsgespreken;

Als suggestie voor het motto wordt meegegeven: “Transparant doorontwikkelen voor een gezond en leefbaar Bergen”

4. Op 11 april 2014 is uitgebracht een door het CDA en de PK opgesteld concept coalitieprogramma 2014-2018 onder de titel:“Samen werken aan een leefbaar, sterk en sociaal Bergen”. Ook is bekendgemaakt dat van de zijde van het CDA dhr Buiting kandidaat-wethouder is. Van de zijde van de PK wordt gemeld dat dit bij hun mevr Roefs is.

5. Op 11 april hebben de fractievoorzitters Knoops (CDA) en Valckx (PK) een persbericht uitgebracht waarin het gestelde onder 4 wordt medegedeeld en vervolgens dat – conform het eerdere advies van de informateurs – aan dezelfde informateurs het verzoek is gedaan om:

te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om de ondersteuning voor het concept te verbreden met een van de andere partijen, zonder de stabiliteit van de coalitie te verminderen. “ (bijlage 5)

Met deze opdracht zijn de formateurs wederom aan de slag gegaan.

6. Door de heer Knoops is gemeld dat er op 6 april 2014, op verzoek van het CDA een tussengesprek plaats gehad met KERN, naar aanleiding van uitingen van KERN in de pers. De informateurs zijn nietbij dit gesprek aanwezig geweest. Het verslag is bijgevoegd. (bijlage 6)

7. Ter uitvoering van de onderzoeksopdracht hebben de formateurs achtereenvolgens de volgende gesprekken gevoerd:

a. op 15 april 2014 met het CDA en PK samen (bijlage 7)

b. op17 april 2014 met de VVD (bijlage 8)

c. op 19 april 2014 met KERN (bijlage 9)

8. Naar aanleiding van de onder 7 genoemde gesprekken heeft er nog een nader gesprek plaats gehad tussen CDA/PK en KERN gezamenlijk op 26 april 2014. (bijlage 10)

9. Op 26 april is er telefonisch contact geweest tussen informateur Koopmans met de heer Pekema van de VVD.

Analyse van de gesprekken.

A. Allereerst concluderen de formateurs dat de gesprekken in een grote mate van openheid hebben plaatsgevonden. Tegelijkertijd is er tussen sommige partijen nog sprake van wat oud zeer wat zijn grond vindt in de gevoerde campagne, de motie van treurnis en het tegen stemmen bij de begroting. Belangrijk is de constatering dat in de informatieperiode er sprake lijkt van een verbetering van de verhoudingen. In algemene zin is dat natuurlijk toe te juichen omdat de vier partijen, los van de rol in of buiten een college, toch met elkaar in de raad zitten. Het is aan te bevelen dat dat streven én werken aan betere verhoudingen doorgezet blijft worden door alle partijen in de volledige raadsperiode. Een open bestuurscultuur wordt door eenieder gewenst.

B. Uit het gesprek van de formateurs met het CDA en de PK bleek uitdrukkelijk dat partijen elkaar op een positieve wijze hebben gevonden in het gepresenteerde concept-coalitieprogramma. De manier waarop tot inhoudelijke overeenstemming werd gekomen alsook de personele samenwerking werd door beide partijen als een proces gezien waarmee een vertrouwensbasis is gelegd. Informateurs merken op dat deze gang van zaken als positief is te kenschetsen omdat dit onmiskenbaar tot een vergroting van de stabiliteit van de ondersteuning door CDA en PK leidt.

De kanttekeningen vanuit het CDA en de PK die zijn gemaakt aan de hand van de verslagen uit de eerste formatieronde en naar aanleiding van het tussengesprek tussen CDA en KERN maken de ruimte om tot verbreding te komen niet groter. Desondanks is in het gesprek met CDA en PK nogmaals de vraag geformuleerd om tot een mogelijke verbreding te komen voor de ondersteuning van het concept-programma. De wijze van ondersteuning van het concept is ook begrensd doordat CDA en PK de bestuurskosten op voorhand niet zo maar wilden laten stijgen. Ook is er gewezen op een mogelijke versnippering van het bestuur bij uitbreiding daarvan. Deze opties zijn echter niet uitgesloten. Ook is er gesproken over de mogelijkheden om te komen tot een uitbreiding van de ondersteuning zonder deelname aan het college. Informateurs zijn daarom met de VVD en met KERN gesprekken aan gegaan.

C. Uit het gesprek met de VVD blijkt duidelijk dat er geen behoefte is bij de VVD om te komen tot een inhoudelijke ondersteuning zonder deelname aan het college. De inhoudelijke verschillen zijn terug te brengen tot het punt dat de VVD geen nieuwe belastingen wil en de OZB slechts wil indexeren. De VVD heeft in het eerste gesprek laten weten dat zij indien andere partijen voorwaarden stellen aan de kandidaat vanuit de VVD zij zich daarover nader zullen beraden. Op 26 april is telefonisch de vraag aan de VVD voorgelegd of er nog nieuws op dat punt te verwachten viel. Op 30 april is door de heer Pekema gemeld dat de VVD zo gewenst met een andere kandidaat komt.

D. Het gesprek met KERN levert op dat ook KERN weinig voelt voor ondersteuning van het programma zonder deelname aan het college. De partij geeft verder aan prettig verrast te zijn over het concept-programma en constateert geen onoverbrugbare verschillen. Ook komen aan de orde de soms wat geprikkelde verhoudingen van partijen ten opzicht van KERN (v.v.) Met betrekking tot eventuele (en ook bij KERN aanwezige) wethouders kandidaten wil en kan KERN geen verdere duidelijkheid geven omdat dit naar eigen zeggen afhankelijk is van de portefeuille. KERN verzoekt om de inhoudelijke punten en eventuele andere aspecten die een ondersteuning van het concept-programma bevorderen of in de weg staan te bespreken met CDA en PK. Omdat deze punten verder ook niet door KERN zelf in het gesprek aangedragen worden wordt dit gesprek gearrangeerd door de informateurs.

E. Het gesprek met KERN en de beoogde coalitiepartners PK en CDA wordt in overleg gepland en vindt ook plaats op 26 april. Er is ter plekke sprake van een gewijzigde samenstelling bij KERN doordat de eerste onderhandelaar met vakantie is. Het is wederom een open gesprek tussen de partijen. Hoewel KERN wederom meldt dat de verschillen niet groot zijn worden er diverse onderwerpen aan de orde gesteld alsook accenten geplaatst zonder een nadere prioriteitstelling. Bij een nadere en diepere beschouwing tussen de partijen over de verschilpunten zoals bijvoorbeeld de begroting en het Maaspark Well blijken de verschillen soms toch (nogal) wat groter. Ook over de wijze van samenwerken constateren formateurs verschillen. Vooral de mate van vrijheid van opereren van een fractie in een samenwerking om op onderwerpen, met name die niet in het (concept)programma staan, verschillen partijen van mening.

Eindadvies.

Alles afwegende constateren de informateurs dat de voorstellen die KERN in de gesprekken doet, gepaard aan de vasthoudende opvatting van CDA en PK over het uitvoeren van de huidige begroting, maken dat de verschillen steviger zijn dan op het eerste oog lijkt . Hoewel de verhoudingen in de formatie ten opzicht van de voorgaande tijd beter lijken te worden zijn deze nog steeds inhoudelijk, bestuurlijk en in personele zin van dien aard dat een verbreding van de ondersteuning van het coalitieprogramma met KERN zonder de stabiliteit van de coalitie te verminderen nog een brug te ver is.

Een advies over en uitbreiding met de VVD is gecompliceerder. De inhoudelijke samenhang was en is groot tussen wat de partijen die het concept-programma gemaakt hebben en de VVD. Dit vindt zijn grond verder in de langjarige samenwerking tussen deze partijen in het verleden. De VVD heeft een belangrijke handreiking willen doen inzake hun bijdrage aan de samenstelling van het college. Het breekpunt vanuit de VVD wat in het verslag in de eerste ronde is opgenomen met betrekking tot het niet verder gaan dan het indexeren van de OZB-belasting is in de tweede ronde herhaalt. De informateurs hebben, mede vanwege het ontbreken van een financiële paragraaf in het concept-programma ambtelijk een inschatting laten maken wat dit verschil daadwerkelijk betekent. In bijlage 11 is een ambtelijke doorrekening gemaakt van de gevolgen van dit breekpunt. Daarnaast zijn er in het concept-collegeprogramma ook nog een aantal intensiveringen opgenomen waarvan de dekking nog in toekomstige (regio en ambtelijke) besparingen gezocht gaat worden. Zelfs zonder dat er sprake is van extra kosten voor een derde wethouder vanwege een lagere tijdsfactor van de wethouders ontstaat daarmee in de ogen van de informateurs een financiële situatie die politiek gezien niet op te lossen lijkt tussen het breekpunt van de VVD enerzijds en de plannen van CDA-PK anderzijds. Hoewel er inhoudelijk, bestuurlijk en in personele zin mogelijkheden liggen voor een samenwerking vormt het geformuleerde breekpunt in dit geval een echt breekpunt. Een samenwerking ín een college met dit concept-programma met de VVD ligt daarom niet voor de hand.

Informateurs constateren tot slot dat de zoektocht naar een verbreding van de ondersteuning van het concept-programma in de gesprekken inhoudelijk op talloze punten wel is gevonden. De verschillen op een aantal punten zijn echter van dien aard dat informateurs het CDA en de PK adviseren om samen aan deze periode te beginnen. Dat in de afgelopen informatieperiode beide partijen elkaar op een goede inhoudelijke en personele wijze hebben gevonden maakt het makkelijker om te constateren, en daarmee verwijzen informateurs naar de eerste informatieopdracht, dat deze coalitie wel smal is maar tegelijkertijd zeer stabiel kan starten.

Grubbenvorst/Velden: 1 mei 2014