winterse perikelen

Hallo beste mensen,

 

Ik zat wat naar buiten te staren. Dat gebeurt mij niet vaak. Oordopjes in, een bak koffie erbij, zit ik te luisteren naar Spotify, want de krant is vandaag niet gekomen. Ik zit te mijmeren over vervlogen tijden toen ik nog door Europa en het Midden-Oosten reed en kijk naar het nieuws op mijn telefoon. Ik zie dat Nederland plat ligt door het winterse weer. Dan denk ik, hoe deden wij dat vroeger, in Scandinavië in de winter waar alleen de sneeuw werd wegschoven en er een mix van zand en as gestrooid werd? Of met zware sneeuwval over de oude Tahir in Turkije naar de Iraanse grens? Daar was geen winterdienst. Je moest je zelf maar zien te redden. Wij staken poetsdoeken in brand om de remmen te ontdooien of we stookten een vuurtje onder de tank, omdat de diesel was gaan vlokken.

Ik denk regelmatig met weemoed terug aan die geweldige tijd, zeker aan de collega’s van toen. Ik weet niet waardoor het komt, maar hoe ouder ik word, hoe meer ik die tijd ga missen. Overigens, het was niet altijd rozengeur en maneschijn, hoor, zeer zeker niet. De tijd was anders en je wist niet beter.

Door de winterse perikelen kom ik nu weinig buiten, want rupsbanden op mijn rolstoel worden jammer genoeg niet vergoed door de gemeentelijke WMO. Zondagmorgen ben ik er, niet gelogen, om half zes!!! achter gekomen, dat er toch wel erg veel sneeuw lag. Ik wilde Beemer uitlaten en ik reed mij op de oprit bij huis vast in de sneeuw.

Maar ik, voor geen kleintje vervaard, manoeuvreerde, zoals ik dat vroeger met de vrachtwagen deed, een paar maal op en neer, naar links en nog eens naar rechts. Toch stond ik vervolgens ondanks mijn goede gedrag, vast als een huis. Inmiddels zag ik eruit als de verschrikkelijke sneeuwman. Beemer zat mij stomverbaasd en vragend aan te kijken waarom het nu niet verder ging. Maar ja, niet getreurd, mijn telefoon gepakt, Monique gebeld en dát om half zes. Zij nam op en vroeg waar ik überhaupt mee bezig was? Ik zei, heel schuldbewust, je weet toch dat ik altijd vroeg opsta en dan Beemer uitlaat, maar nu heb ik een duwtje nodig.

Na een paar minuten kwam Monique natuurlijk toch naar buiten, weliswaar “not amused’’. Zij heeft Beemer toen maar verder uitgelaten. Dat doet zij overigens op dit moment nog steeds, maar niet om half zes  

Toch heb ik vandaag, het is nu maandag, geprobeerd om buiten te komen, want als ik niet naar buiten kan, ja, dan word ik nogal knap chagrijnig en dat is voor de huiselijke sfeer niet bepaald fijn. Het voelt als de gevangenis, waar je ook een uurtje mag luchten. Denk nou niet, oh daar heeft ie blijkbaar ervaring mee. Dat is dus niet zo. Al heb ik eens 14 dagen in Hongarije vastgestaan, maar dat is dan weer wat voor een volgend blog.

Waar ik trots op ben is mijn gemeente. Ik laat na negen uur ’s avonds Beemer uit. Voor wie het niet weet, dat mag. Maar wij zijn dan meestal de enigen. Niemand buiten. Het is dan wel griezelig stil. Mensen houden zich aan de avondklok. Geweldig toch! Geen jeugd die relt. Dat is ook een compliment voor de ouders. Bij deze. Soms krijg ik opmerkingen als: “vanwege die hond mag jij  wél naar buiten”. Ik vraag dan: “waar wil jij heen dan na negen uur? Alles zit dicht”. Dan is het even stil en dan zegt men: “ ja, je hebt wel gelijk. Wij gaan na negen uur ook niet meer naar buiten of op visite”. Het zijn overigens wel de ouderen die dit zeggen.

Ik heb medelijden met de jongeren die niets kunnen. Eerstejaars studenten die alles zien wegvallen. Alles kan maar mondjesmaat bijvoorbeeld sport. Ik las zaterdag in de krant een artikel hoe huisartsen met corona omgaan en de problemen die hierdoor ontstaan bijvoorbeeld  huiselijk geweld, burn-out, de Kindertelefoon die ontelbare malen wordt gebeld. Mensen worden het moe en ik heb er begrip voor.

Maar wij zijn er nog niet van af. En vaccineren is ook zo’n ding. Ouderen die naar Venlo moeten. Iedereen, die als eerste een prik wil. We gaan het zien. Verder ga ik er niet op in. Het is niet anders. Alleen één dingetje nog: ik denk niet dat mensen een hekel aan de avondklok hebben, maar vooral aan het feit dat je nog maar 1 iemand op bezoek mag hebben. Daar hebben een hoop mensen meer problemen mee.

En mensen denk hier eens aan in deze tijd, waarin alles een beetje stilstaat. Om vooruit te komen is soms volledige stilstand nodig. Om verborgen emoties te ontdekken, te verkennen, te doorvoelen en te uiten zodat onze levensenergie weer gaat stromen en je weer in beweging kan komen.

 

Tot de volgende keer blijf gezond.

Groet Wim Olthof